Historie

Hoe het was, hoe het is en hoe het allemaal zo is gekomen

Wat vooraf ging

Uitgeverij Van Pommeren werd in 1896 opgericht te Nijmegen door Justus van Pommeren. Justus werd geboren als Justus von Pommern, op 20 april 1875 in Greifenhagen, het tegenwoordige Gryfino in Polen. Zijn ouders –Justus was enig kind- dreven hier een kleine stoomdrukkerij, waar in 1877 de Anti-Dühring van Friedrich Engels werd gedrukt. Na een conflict hierover met het stadsbestuur van Greifenhagen, vertrok het gezin Van Pommeren in 1878 westwaarts, om uiteindelijk in 1889 in Nederland te belanden. Het gezin streek neer in Den Haag, alwaar met de meegebrachte Gutenberg-pers werd geprobeerd een nieuw bestaan op te bouwen.

Nijmegen, 1896

Toen Justus’ ouders in 1894 tragisch om het leven kwamen bij de grote storm bij Scheveningen, besloot Justus oostwaarts, maar bovenal landinwaarts te trekken. Hij vestigde zich in Nijmegen, waar hij in de Nonnenstraat zijn uitgeverij begon. In zijn in 1966 uitgegeven memoires legt hij de keuze voor Nijmegen als vestigingsplaats uit:

“Ik heb voor indertijd voor Nijmegen gekozen vanwege de Waal. Die vormde voor mij een herinnering aan de Oder bij Greifenhagen. Bovendien sprak mij het idee aan dat ik door de verbinding met de zee mij verbonden wist met vati en mutti”.

1914: de weg omhoog

Na een moeilijke beginperiode wist Justus uiteindelijk een belangrijke opdracht van de gemeente Nijmegen binnen te slepen. In 1914 verscheen bij Uitgeverij Van Pommeren voor het eerst het “Algemeen adresboek van Nijmegen en omliggende gemeenten”. Tot 1937 vormde het adresboek de kurk waarop de uitgeverij dreef. Daarnaast gaf de uitgeverij ondermeer enkele Betuwse streekromans, een kookboek voor de binnenvaart en verscheidene spreukenkalenders uit.

“Ik wilde niet meer mijn vingers branden aan controversiële geschriften. Nooit meer. De Anti-Dühring was immers een Anti-Van Pommeren gebleken. Vati heeft dat altijd betreurd. Hij heeft dat nooit zo gezegd, maar ik las het in zijn blik. Ik wilde dat niet.”

Oorlogsjaren: neergang en herrijzenis

Gedurende de eerste oorlogsjaren wist Justus van Pommeren het hoofd boven water te houden door drukwerk te verzorgen voor het Bevoegd Gezag, iets wat hem nadien ernstig is verweten. Papierschaarste en personeelsproblemen zorgden ervoor dat de uitgeverij in de laatste oorlogsjaren een sluimerend bestaan leidde. Geluk bij een ongeluk was dat tijdens het vergissingsbombardement van de geallieerden in 1944 niemand in de uitgeverij aanwezig was.

De uitgeverij, die inmiddels aan de Ganzenheuvel gevestigd was, werd met de grond gelijk gemaakt. Het bedrijfsarchief, waaronder de gehele collectie uitgegeven publicaties, ging in vlammen op. Uit het puin werd wonderwel de gevelsteen van het pand, die Justus in 1937 had laten plaatsen, in redelijk ongeschonden staat teruggevonden. De steen, voorstellende een griffioen –het stadswapen van Greifenhagen (het mythologische wezen werd in Pommeren ‘de vogel Grijp’ of ‘Greif’ genoemd), is opgenomen in de collectie van het tegenwoordige Valkhofmuseum.

Bevrijd en verhuisd

In 1947 werd door Justus van Pommeren de uitgeverij nieuw leven ingeblazen in een pand aan de Sint Annastraat. Het drukwerk werd voortaan uitbesteed – de Gutenberg-pers had het bombardement niet overleefd.

“Justus was toen 3 jaar oud, net als ik toen wij weg moesten uit Greifenhagen. Ik wilde niet de geschiedenis herhalen. Het was mijn overtuiging dat in Nijmegen voor mijn zoon een toekomst in het verschiet lag. En trouwens, het verwijt dat mij na de oorlog vaak naar het hoofd werd geslingerd, dat iemand uit Pommeren niets te zoeken had in Nijmegen, wel, dat verwijt sneed geen hout. Pommeren; dat land bestond niet meer.”

Wenken

In de jaren vijftig herrees de uitgeverij daadwerkelijk als een griffioen uit haar as. In 1952 verscheen het uiterst succesvolle ‘Wenken voor de moderne mens’, dat in tal van huishoudens een plekje op de boekenplank wist te veroveren. Dit boek alleen al vormde het bestaansrecht van de uitgeverij, en tot ver in de jaren zestig vonden (herziene) uitgaven hun weg naar het publiek.

Daarnaast publiceerde uitgeverij Van Pommeren een serie boeken met foto’s van de Benedenstad, die toentertijd door het progressieve stadsbestuur in het kader van stadsvernieuwing in rap tempo werd afgebroken. De boeken vormen nog altijd een onmisbare bron voor wie zich een beeld van de toenmalige Benedenstad wil vormen, en vinden in de antiquarische markt gretig aftrek.

Op 6 mei 1965 overleed Justus van Pommeren op de gezegende leeftijd van 90 jaar. Zijn uitvaart werd ondermeer bijgewoond door burgemeester Hustinx, hetgeen tekenend mag heten voor de waardering die inmiddels voor Justus in de Keizerstad leefde.

Andere tijden: Justus Junior

De uitgeverij werd voortgezet door zijn zoon Justus, die werd geboren op 23 februari 1944, daags na het fatale bombardement. De jonge Justus zag zich geconfronteerd met een veranderende tijd waarin voor de ietwat belerende en behoudende ‘Wenken’ geen plaats meer was.

Eind jaren zestig schoof de uitgeverij langs de rand van het faillissement. De oplossing kwam ditmaal uit onverwachte hoek: aan de universiteit van Nijmegen begon een linkse, zelfs marxistische wind te waaien. Justus speelde hier handig op in met de serie “Mannen van Marx”, een serie schetsen van marxisten van het eerste uur. Het deel over Friedrich Engels, waarin geruime aandacht aan diens ‘Anti-Dühring’ werd besteed, bleek een onbetwist succesnummer. Zo vormde het boek dat aanvankelijk de neergang van het gezin Von Pommern inluidde, uiteindelijk mede de redding van de uitgeverij.

Ontvlambaar

Overigens was Justus het radicaal-linkse gedachtegoed persoonlijk niet toegedaan. “Ik ben een uitgever. Ik geef slechts dat uit waar de markt om vraagt, opdat de uitgeverij marcheert en er geld in het laatje komt. Op de keper beschouwd ben ik misschien wel één van de grootste klassenvijanden die er in Nijmegen rondloopt.”

Deze ‘slip of the tongue’, die Justus in februari 1981 deed in een krantenartikel in De Gelderlander, naar aanleiding van het 85-jarig bestaan van de uitgeverij, bleef niet zonder gevolgen. Tijdens de Piersonrellen op 23 februari –de verjaardag van Justus!- werd de uitgeverij, die sedert 1976 met een dépendance aan de Bloemerstraat gevestigd was, door krakers belaagd. Justus moest uiteindelijk onder politie-escorte het pand verlaten. Opnieuw liep het bedrijfsarchief grote schade op door brand, die uitbrak nadat een molotovcocktail door een ruit was geworpen.

Justus toonde zich niet erg aangedaan door het gebeurde, zo blijkt uit een laconieke uitspraak die later andermaal in De Gelderlander uit zijn mond werd opgetekend: “Ik zag de volgende dag dat een deel van de marxistische lectuur de vuurzee had overleefd. Ik heb toen het karwei van de heren krakers maar even voor ze afgemaakt.”

Zwevend leven

In de jaren tachtig legde Justus zich vooral toe op werken van spirituele aard. Met de reeks “Zwevend leven” bewees Justus dat hij de tijdgeest nog altijd scherp aanvoelde, en de boekjes met titels als “Meanderen”, “De steen der wijsheid” en “Aura’s van Anderen” vonden grif aftrek bij een steeds meer onthecht en zoekend publiek.

In de loop van de jaren negentig veranderde de insteek van Justus drastisch. Van geheide commerciële successen verschoof het zwaartepunt van de publicaties naar incidentele uitgaven in beperkte oplagen. In een interview ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van de uitgeverij in 1996 verklaarde Justus de ommekeer als volgt: “Honderd jaar lang heeft Uitgeverij Van Pommeren al zijn tijd en energie gestoken in het vervullen van de wensen van het publiek. Dat vind ik eigenlijk wel lang genoeg, U niet? Ik ben in februari 52 jaar geworden, dus ik zit al ruim over de helft. Ik ga nu even iets voor mezelf doen.”

Terug bij af

In februari 2006 keerde de uitgeverij weer terug op een oude stek: de Ganzenheuvel. Ofschoon de hoofdmoot van de publicaties van de uitgeverij nog steeds bestaat uit incidentele uitgaven in beperkte oplagen, laten uitgaven als de verhalenbundel “Grimmigheden”, “Een druppeltje te veel” en “Van Pommeren’s Spirituale Scheurkalender” zien dat successen op de markt niet geschuwd worden.

Justus zei hierover in een bundeling van verhalen over honderd-jaar-en-oudere bedrijven in Nijmegen het volgende: “We zijn feitelijk na honderd jaar eindelijk waar we wezen moeten. Niet de vraag dicteert wat de uitgeverij doet verschijnen, maar de uitgeverij dicteert de vraag. Of dat mij tot dictator maakt, dat weet ik niet, dat zou U bij mijn medewerkers moeten navragen.”

Nieuwe windstreken

Ofschoon Justus nog lang een stevige vinger in de pap van zijn uitgeverij hield, is sinds 2003 de dagelijkse leiding van Uitgeverij Van Pommeren in handen van Gerard Metz. In 2015 is de uitgeverij door deze laatste zelfs ‘vriendelijk overgenomen’, en ondergebracht bij De Firma Metz. Justus, die de nieuwe generatie niet voor de voeten wilde lopen (“Een ieder zal beamen dat ik dat al voldoende heb gedaan”), is sinds een paar jaar aan een wereldreis bezig. Achter het bureau van Metz hangen al tal van ansichten die het verloop van die reis documenteren. “En op iedere ansicht een advies,” grinnikt Metz. “Zoals deze: ‘Verhuis niet naar de Tijgerstraat, daar is niks te beleven’,” toont de geboren Fries een kleurige kaart uit Tanzania. “Tja, wat zal ik ervan zeggen,” glimlacht Metz, die een andere kaart van Justus Van Pommeren toont: “Ga vooral je eigen gang. Wat moet je met die van een ander?”

Na ruim honderd jaar is Uitgeverij Van Pommeren waar zij moet zijn: in een positie waar zij niet alleen vanuit de eigen overtuiging werken het licht mag doen zien, maar ook publicaties voor derden verzorgt. Werken die door een trouw publiek worden afgenomen en gewaardeerd. Een publiek, dat bovendien met iedere publicatie blijkt aan te wassen. Uitgeverij Van Pommeren hoopt dat zij u, nu en in de toekomst, tot dit publiek zal mogen (blijven) rekenen.

De vestiging aan de Nonnenstraat (het vierde pand van rechts)

De vestiging aan de Ganzenheuvel (het derde pand rechts)

Justus van Pommeren senior (omstreeks 1910)

De gevelsteen met de griffioen uit het pand aan de Ganzenheuvel (collectie Valkhofmuseum)

Ontworpen door De Firma Metz 2015